Ontoereikende gezondheidsnormen om de belangen van de tonijnindustrie te beschermen.
Het onderzoek van BLOOM onthult een verontrustende realiteit: de toegestane kwikgehaltes voor tonijn zijn drie keer hoger dan voor minder besmette soorten, zonder enige rechtvaardiging voor de gezondheid. Deze gehaltes, vastgesteld op 1 mg/kg, weerspiegelen geen bezorgdheid over de veiligheid, maar eerder de wens om de verkoop van de meeste tonijnproducten toe te staan. Volgens BLOOM hebben Europese en internationale instanties zich hiermee gecommitteerd aan de hoogste besmettingsniveaus die in tonijn zijn waargenomen, waardoor de afzet van 95% van de productie wordt gegarandeerd. Door op deze manier te handelen, staan de autoriteiten de verkoop van besmette producten legaal toe.
Kwik is een krachtig neurotoxine dat zich ophoopt in de hersenen en moeilijk te verwijderen is. BLOOM wijst erop dat dit beheer van de normen in strijd is met de volksgezondheid en de indruk wekt dat tonijnconsumptie veilig is, terwijl de risico’s reëel zijn.
De beslissende invloed van de tonijnlobby op de vaststelling van normen:
De invloed van de tonijnindustrie op de gezondheidsnormen is duidelijk zichtbaar in elke fase van het regelgevingsproces, met name via de Codex Alimentarius, opgericht door de FAO en WHO om internationale voedselnormen te definiëren. De Codexcommissie voor Levensmiddelenadditieven en -contaminanten wordt voorgezeten door Nederland, een toonaangevend industrieel visserijland, en bestaat uit vertegenwoordigers van de tonijnindustrie in haar nationale delegaties. Deze mate van invloed baart BLOOM zorgen, dat de ondervertegenwoordiging van ngo’s in discussies en de belangenconflicten binnen de FAO-WHO-commissie, waar sommige leden banden hebben met de tonijnsector, aan de kaak stelt.
Deze voortdurende interacties tussen de industrie en regelgevende instanties dragen bij aan de vorming van ruimere normen, waarbij gezondheidsrisico’s worden genegeerd en de economische belangen van tonijnproducenten voorop staan.
SCoPAFF, een ondoorzichtig comité dat centraal staat in het schandaal.
Een van de hoofdrolspelers in deze zaak is SCoPAFF (Standing Committee on Plant, Animals, Food and Feed), een Europees comité dat de toegestane besmettingsniveaus in voedsel vaststelt. SCoPAFF, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten van de Europese Unie, opereert ondoorzichtig en weigert de identiteit van haar leden, de details van haar beraadslagingen of de uitslag van haar stemmingen bekend te maken. BLOOM bekritiseert dit gebrek aan transparantie en wijst erop dat het Europees Parlement zelf buiten de besluitvorming wordt gehouden, ondanks haar pogingen om meer controle te krijgen over de gezondheidsnormen.
